Als kind vond ik het al lastig,
hoe vertel je een verhaal die niet te lang duurt.
Dat ging me niet gemakkelijk af,
zeker niet omdat ik niets wilde vergeten, alles wilde delen en een hoop bijzonder vond.
Wanneer je ouder wordt merk je dat je verhaal niet te lang kan zijn.
Mensen haken gewoon af.
Ze horen niet meer wat je nou werkelijk wil vertellen.
Hun gedachten gaan al snel naar iets anders.
Nu weet ik van mezelf dat ik een verteller in het detail ben.
Een groot verhaal is zo verteld.
Ik begin bij het begin en elke stap wordt haarfijn uitgelegd.
Wanneer ik vertel, begint er een film in mijn hoofd.
Die film vertelt het ..HELE.. verhaal met alle sferen en al over wat ik wil vertellen.
Mijn verhalen zijn dan ook vaak lang.
Ik maak gewoon een film!
Alleen…
~realiseer ik me soms te laat dat ik de enige toeschouwer ben~
Op zo’n moment stopt de film.
De enige toeschouwer verlaat de zaal.
Ik vertel mijn verhaal op hoofdlijnen, waar het om gaat en waar ik naartoe wil.
En ja…ik heb weer de aandacht.
Het schakel moment is het lastigste.
Het moment dat je de film wil vertellen en je merkt
dat de film saai is.
Dan realiseer ik me dat het teveel was en het een slechte B-film is geworden.
Ik bundel mijn verhaal en knijp het uit als een sinaasappel.
Ik heb de “Jus” verteld…zonder het vruchtvlees.